Episode Transcript
[00:00:06] Speaker A: Veerle en Skye heten je van harte welkom op hun podcast, Levenslijnen. Ze bespreken thema's die hen bezighouden en onze samenleving vormgeven. In elke aflevering nemen zij je mee op reis door de verhalen en thema's die hen raken. Veel plezier met het beluisteren van Levenslijnen.
[00:00:29] Speaker B: Welkom bij de tweede aflevering van Levenslijnen. En vandaag zitten we niet alleen in onze studio. Je kan zeggen, we hebben een gevulde studio. Veerle, wie is er allemaal hier?
[00:00:43] Speaker C: Buiten jij, Sky en ik, hebben we onze kleinkinderen rond onze tafel.
[00:00:49] Speaker B: Oké, en dan vraagt dat ook een woordje voorstelling. We gaan de kleinkinderen al direct aan het woord laten en ik ga met jou beginnen.
[00:00:59] Speaker D: Hallo, ik ben Noah en ik ben 12 jaar oud.
[00:01:05] Speaker E: Mijn naam is Lana, ik ben 8 jaar oud.
[00:01:10] Speaker F: En mijn naam is Ella en ik ben 10 jaar oud.
[00:01:14] Speaker B: En jullie hebben allemaal één zaak gemeen en dat is?
[00:01:18] Speaker F: Hockey. Ja, veldhockey.
[00:01:21] Speaker B: Ik hoor al twee dingen. Goed. Hockey en veldhockey. Leg me eens uit. Wat is het verschil als ik spreek over hockey? Ben ik dan juist bezig of niet?
Wie?
Nee. Gewoon een vraag, want ik ken niks van hockey.
Als ik hockey hoor, dan denk ik soms aan ijshockey. Dat is niet wat je doet.
[00:01:49] Speaker D: Nee, wij doen veldhockey. Dat doe je op een veld en met een bal in plaats van een puk. De bal is wel kleiner dan een voetbal, maar harder.
[00:01:59] Speaker B: Oké, en hoeveel mensen spelen er mee in een ploeg? Hoeveel zitten jullie in een ploeg op het veld?
[00:02:08] Speaker F: Bij mij zijn er tien mensen op het veld.
[00:02:13] Speaker B: Jij zegt bij mij, dan kijk ik naar Noah. Bij jou meer, minder?
[00:02:18] Speaker F: Evenveel.
[00:02:20] Speaker B: Oké.
Wie heeft welke positie?
[00:02:27] Speaker C: Ik had nog een vraagje. Ella zei juist van we staan met tien op het veld. Wilt dat dan zeggen tien mensen van jouw eigen ploeg of niet?
[00:02:41] Speaker F: Ja, tien mensen van mijn eigen ploeg.
[00:02:45] Speaker B: Oké. Dus je speelt veldhockey met tien spelers per ploeg.
[00:02:51] Speaker F: Vanaf de U14 wel.
[00:02:54] Speaker B: Oké. U14. En als je... Ik hoor al U14, dus denk ik... Daar zitten verschillen in.
[00:03:04] Speaker D: Ja.
[00:03:05] Speaker B: Wacht. Lala, ik ga je eens lala laten. Vertel jij eens. Wat is het verschil?
[00:03:12] Speaker C: Jawel. In welke ploeg speel jij, Lana?
[00:03:16] Speaker B: U9.
[00:03:17] Speaker E: U9.
[00:03:18] Speaker B: En jij, Noah?
[00:03:20] Speaker F: Ook U14.
[00:03:20] Speaker B: Oké, dus dat heeft met de leeftijd te maken? Ja. Wil dat zeggen dat jullie... Ik probeer het een beetje duidelijk te krijgen. Wil dat zeggen dat jullie zeggen...
Met tien mensen speel jij met minder mensen op het veld? Hoeveel?
[00:03:40] Speaker E: Ik denk... Ik denk vijf.
[00:03:43] Speaker B: Oké. Is jouw veld dan ook kleiner dan het veld van... Ja. Oké. En vertel maar.
[00:03:51] Speaker F: Ja, want vanaf de U14 spelen we ook op een heel veld. En vanaf de U10 of U11 spelen ze op een halfveld. Maar Lana speelt iets minder dan een halfveld.
[00:04:09] Speaker B: Oké. Lana, wat is jouw positie? Dat had ik straks gevraagd, maar we zijn erover gegaan. Wat is jouw positie op het veld?
[00:04:19] Speaker C: Weet je wat positie is?
Op welke plaats speel je? Waar sta je op het veld?
[00:04:28] Speaker E: Ik sta bijna het meeste van voor.
[00:04:32] Speaker C: Van voor. En ik heb gehoord dat je soms ook ergens op een speciale plaats moet gaan staan.
[00:04:40] Speaker F: In de goal.
[00:04:42] Speaker C: Ben je dan niet bang?
[00:04:45] Speaker F: Nee.
[00:04:47] Speaker B: Oké, en wat is jouw positie, Noa?
[00:04:50] Speaker F: Ik speel vaak aanvaller.
[00:04:52] Speaker B: Aanvaller, oké. En jij?
[00:04:54] Speaker F: De laatste drie wedstrijden stond ik rechts verdediger. Maar bij het toernooi en vorig seizoenwedstrijden stond ik bijna altijd spits.
[00:05:09] Speaker B: Oké, en wat houdt dat in? Spits, wat moet hij doen?
[00:05:14] Speaker F: De spits staat helemaal van voor. Als het andere team ook een bal heeft, in de goal gedaan, de spits begint dan ook met de bal en past die naar iemand. En als iemand van mijn ploeg dan de bal heeft en dan dicht bij de cirkel is, dan moet ik al in de cirkel staan en de tweede paal van de goal staan en zo kunnen we dan scoren.
[00:05:41] Speaker B: Oké, en wat is dan het verschil met een aanvaller?
[00:05:45] Speaker D: Er zijn drie soorten aanvaller. De spits, en dan zijn er nog de linker en rechter aanvaller.
[00:05:51] Speaker B: Oké.
Dus die spits is dan eigenlijk een beetje een centrale aanvaller?
[00:05:56] Speaker D: Ja.
[00:05:57] Speaker B: Oké. En wat ben jij dan? Als je zegt dat je vaak aanvaller bent, sta je in het midden? Sta je links of rechts?
Dat verandert. Wanneer verandert dat? Gewoon door het spel?
[00:06:11] Speaker D: Ja, dat verandert soms door het spel en soms gewoon per wedstrijd.
[00:06:15] Speaker C: En is dat uw trainer die bepaalt waar je staat?
[00:06:18] Speaker D: Ja.
[00:06:21] Speaker B: Dat is misschien een hele stomme vraag, maar wat is het doel van hockey?
[00:06:28] Speaker D: Om punten te scoren in de andere goal.
[00:06:32] Speaker B: Oké. En is dat een puntentelling, want één goal is één punt?
[00:06:37] Speaker D: Ja.
[00:06:37] Speaker B: Zoals voetbal?
[00:06:39] Speaker D: Ja.
[00:06:40] Speaker B: Oké, dat is duidelijk.
[00:06:41] Speaker C: Nu je het over voetbal hebt, ik heb toch nog die vraag over het veld. Is dat even groot als een voetbalveld? Lana?
[00:06:50] Speaker E: Ik denk van wel.
[00:06:55] Speaker C: Noah, Ella, klopt dat?
[00:07:00] Speaker F: Ja. Ja, maar soms kan een voetbalveld wel een beetje kleiner zijn.
[00:07:07] Speaker B: Oké.
Hoe lang duurt een veldhockeywedstrijd?
[00:07:15] Speaker F: Een uur.
[00:07:16] Speaker B: Oh, wacht even. Misschien al direct vragen van een uur. Is dat voor iedereen een uur? Ook voor jou, Lana, is dat een uur? Oké, dus de tijd is... Het maakt niet uit of je nu bij de uur 9, uur 10, uur 14... Het is een uur. En hebben jullie twee helften? Of is dat een uur in een stuk?
[00:07:36] Speaker F: We spelen dan een half uur, dan hebben we vijf minuten of zo, Lana een kwartier of zo. Tijd om even te rusten en dan gaan we het andere half uur spelen.
[00:07:49] Speaker B: Oké.
Wou jij iets zeggen, Lana?
Ik ben even aan het denken. Bij de voetbal kan je fouten maken en bestraft worden. Is dat bij veldhockey ook?
[00:08:03] Speaker D: Ja.
[00:08:04] Speaker B: En wat straffen kunnen ze jou opleggen?
[00:08:06] Speaker C: Een rode en een gele kaart.
[00:08:09] Speaker B: Ja?
[00:08:10] Speaker D: Nee, de gele kaart is vervangen door een groene kaart.
[00:08:13] Speaker B: Ah, oké.
[00:08:14] Speaker C: En waarom hebben ze dat gedaan?
[00:08:17] Speaker F: Geen idee.
[00:08:18] Speaker C: En wat houdt die groene kaart dan in?
[00:08:21] Speaker D: Een waarschuwing, net zoals de gele kaart.
[00:08:24] Speaker C: En de rode kaart is van het veld.
Zit je dan op strafminuten of moet je echt de wedstrijd voor jezelf stoppen?
[00:08:37] Speaker D: Geen idee, nog nooit gekregen of gezien.
[00:08:41] Speaker C: Dat is wel positief, niet?
[00:08:43] Speaker E: Ja.
[00:08:45] Speaker B: Dat is het verschil met ijshockey. Met ijshockey moeten ze op de strafbank zitten en mogen ze daarna terug op het veld komen.
Dit hebben jullie nog niet meegemaakt. Oké, super. Zullen we het verbeteren?
[00:08:58] Speaker C: Dat wil dan wel zeggen dat ze fairplayers zijn.
[00:09:03] Speaker B: Ja, normaal wel. Daar gaan we toch van uit.
[00:09:04] Speaker C: Daar ben ik blij van, dat mijn kleinkinderen fairplayers zijn.
[00:09:09] Speaker E: Wanneer de eerste half uur is gedaan, dan heb je een pauze en tijdens die pauze kun je een fruitje eten en wanneer de wedstrijd gedaan is, dan krijg je een koek van de wedstrijd.
[00:09:27] Speaker F: Dat is niet altijd, want in de laatste wedstrijd van mij heb ik geen fruit tijdens de helft gedaan en ook geen koek op het einde.
[00:09:40] Speaker B: Hangt dat van de ploeg waar je gaat spelen af?
[00:09:46] Speaker F: Ik denk het.
[00:09:48] Speaker B: Jullie spelen bij welke ploeg? Dat is nog niet gezegd.
[00:09:52] Speaker C: Bij welke vereniging.
[00:09:53] Speaker B: Of ja, welke vereniging. Heeft die een naam?
[00:09:57] Speaker D: Iedereen van ons doet in Hockey Club Genk, maar ik zit zelf ook in een ploeg en die heet de Hockeymonkeys.
[00:10:06] Speaker B: De Hockeymonkeys. Die hebben ook een logo dan als...
[00:10:11] Speaker F: Aap.
[00:10:12] Speaker B: Als aap. Oké.
[00:10:14] Speaker F: En de anderen? Wij, de anderen, ik en Lana, hebben dus gewoon Hockey Club Genk. Wij hebben geen eigen ploeg.
[00:10:25] Speaker C: Dan wordt het tijd dat jullie afspreken welke naam je ploeg gaat dragen.
[00:10:33] Speaker B: Hebben jullie een logo?
[00:10:38] Speaker F: Nee, denk ik.
[00:10:39] Speaker D: Hockeyclub Genk heeft toch een logo?
[00:10:44] Speaker F: Ik denk het.
[00:10:46] Speaker B: Ja, jij hebt een naam. Dat is logo.
[00:10:49] Speaker D: Dat is het logo van mijn ploeg, maar de hockeyclub Genk heeft ook een logo.
[00:10:53] Speaker C: En in welke kleuren bestaat die?
[00:10:56] Speaker D: Blauw, rood en wit.
[00:11:03] Speaker C: Even een vraagje, want misschien is dat wel belangrijk. Jullie doen allemaal hockey.
[00:11:09] Speaker F: Ja.
[00:11:10] Speaker C: Maar hoeveel jaar doen jullie dat al?
[00:11:11] Speaker B: Lara?
[00:11:14] Speaker E: Ik doe het al drie jaar.
[00:11:18] Speaker B: Doe ik?
[00:11:20] Speaker D: Ik dacht zo twee jaar en een paar maanden.
[00:11:23] Speaker B: Oké.
[00:11:24] Speaker F: Ik doe het ook al drie jaar.
[00:11:26] Speaker B: Ella doet het ook al drie jaar.
[00:11:29] Speaker C: Noah, ben jij al eens uitgeweest op de hockey? Ben je al eens gekwetst dat je een beetje minder hockey gespeeld hebt?
[00:11:39] Speaker F: Nee.
[00:11:45] Speaker B: Je hebt op de hockey nog nooit een accident gekregen tijdens het spelen of na het spelen?
[00:11:50] Speaker D: Jawel, ik kreeg soms een bal tegen mij.
[00:11:53] Speaker B: Oké, en jij wilde iets zeggen, Lana?
[00:11:56] Speaker E: En één keer was een bal tegen zijn voet gegaan en toen kon hij niet meer hockeyën.
[00:12:02] Speaker D: Dat was geen bal, dat was een stik. En dat was mijn eigen stik.
[00:12:09] Speaker B: Oei, dat had je liever niet willen zeggen, denk ik. Dat je met je eigen stik over je eigen stik gevallen misschien.
[00:12:17] Speaker D: Nee, ik ben per ongeluk op het puntje van mijn stik gestapt en gevallen.
[00:12:24] Speaker B: Ah, oké. Heb jij ook al iets aan de hand gehad?
[00:12:28] Speaker F: Ik heb nog niks aan mijn hand gehad, maar op de laatste wedstrijd had ik wel nog een bal tegen mijn hoofd gekregen.
[00:12:36] Speaker B: Tegen jouw hoofd gekregen? Hebben jullie geen bescherming dan?
[00:12:40] Speaker F: Het was wel gebeurd tijdens een PC. Dan hebben we een masker aan. Dat is tijdens het verdedigen. Maar dat was net achter het masker gebeurd, de bal.
[00:12:49] Speaker B: Ik hoor hier het woord PC.
[00:12:52] Speaker E: Ja.
[00:12:52] Speaker B: Dat wil zeggen?
[00:12:54] Speaker E: Dat een paar kinderen... Die moeten dan een masker op hebben. Vier kinderen. Die...
Drie kinderen gaan in de goal en één kind is dan de keeper en die moeten allemaal achter de lijn. En dan, wanneer ze gaan fluiten, moet degene dat langs de keeper zit, die moet dan naar degene gaan die de bal heeft. En daarna, als de bal uit is gegaan, dan moeten al die maskers af en is de PC gedaan.
[00:13:27] Speaker B: Oké, wil je zeggen dat het een soort strafschop of strafworp is?
[00:13:32] Speaker D: Ja, de naam is penalty corner.
[00:13:35] Speaker B: Goed, dat was ik eigenlijk aan het zoeken. Oké.
[00:13:38] Speaker F: Maar bij ons, bij de oudere groepen, zijn er vier kinderen in de goal. En dan de keeper er nog bij, dus eigenlijk vijf kinderen. En dan lopen degenen die naast de keeper zitten, uit. En de twee dat...
naast de palen staan van de goal, die gaan verdedigen. Die lopen twee stappen of zo uit de goal en die verdedigen dan. En ik was de rechtste dat daar stond en de bal ging heel hoog dan.
[00:14:06] Speaker C: Oké. We zijn hier over golen bezig, maar zijn die golen voor elke leeftijdsgroep ook even groot?
[00:14:16] Speaker D: Nee, in de U8 niet. Dan zijn dat gewoon van die houten dingen die...
Een goal moet je voorstellen, maar er staat geen net achter, zodat.
[00:14:28] Speaker F: Het geen goal telt.
[00:14:29] Speaker B: Oké, Lala.
[00:14:31] Speaker E: Zo gelijk als... Eigenlijk is dat zo gelijk een goal, maar dan hebben ze daar nog een net, maar van anderen hebben ze zo nog ijzer, en dan hebben ze zoiets. En dat hebben ze maar dan als hout, zonder net.
[00:14:48] Speaker B: Oké. Stel, ik wil morgen hockey spelen. Wat heb ik nodig? Lana?
[00:14:56] Speaker E: Een hockeystick.
[00:14:57] Speaker B: Ella?
[00:14:59] Speaker F: Scheenlappen.
[00:15:01] Speaker B: Ja. Noa?
[00:15:02] Speaker D: Een bidje.
[00:15:03] Speaker B: Een bidje?
[00:15:05] Speaker D: Ja, een bid.
[00:15:06] Speaker B: Voor?
[00:15:07] Speaker D: Tandbescherming.
[00:15:08] Speaker B: Oké, goed. Ik ken niks van hockey.
[00:15:13] Speaker F: Speciale hockeyschoenen.
[00:15:15] Speaker B: Leg eens uit.
[00:15:16] Speaker F: Dat is bijna hetzelfde als voetbalschoenen. Die hebben dan ook zo rubberen dingen aan de onderkant van de schoenen, zodat we beter kunnen lopen op het hockeyveld.
[00:15:27] Speaker B: Ah, oké. Daar kom ik straks nog op terug.
[00:15:31] Speaker C: Het hockeyveld is toch van gras?
[00:15:33] Speaker B: Daar komen we net op terug, ja.
[00:15:37] Speaker E: Eigenlijk is het geen gras, maar kunstgras.
[00:15:40] Speaker B: En klopt dat op dat kunstgras altijd water staat?
[00:15:47] Speaker D: Soms, maar ze doen meestal waterspuiters aan de kant van het veld, dat watersproeien over heel het veld.
[00:15:54] Speaker B: En is daar een reden voor, of kennen jullie die reden?
[00:15:58] Speaker F: Zodat als het warm is, dat uw schoenen niet vast blijven zitten, zodat dat niet schuurt. Oké, Noah?
[00:16:08] Speaker D: Dat het minder pijn doet als je valt.
[00:16:11] Speaker B: Ik had het eerst in die richting gedacht, maar van die schoenen wist ik niet dat die vastbleven. Oké, dus ik heb een stik nodig, schoenen, scheenlappen. Een helm of zo heb ik ook nodig.
[00:16:24] Speaker F: We hebben sowieso ook sokken nodig.
[00:16:27] Speaker B: Ik denk dat je de kleren van de ploeg krijgt, hè?
[00:16:32] Speaker D: Ja, maar...
Een helm is alleen voor de keeper, maar als je zo'n keeper wilt doen, krijg je dat zelf bij het veld.
[00:16:44] Speaker B: Oké, je krijgt het van de ploeg, wil je zeggen. Lana?
[00:16:48] Speaker E: Als je een keeperspak wilt aandoen en het is heel warm, dan zweet je in dat pak en dan moet je nog extra kleren over je kleren aandoen.
[00:16:59] Speaker B: Heb je dat ook voor de bescherming van de schouders?
[00:17:05] Speaker F: Maar bij hockey, mensen dat echt spelen op het veld, dat op het veld spelen, hebben meisjes en jongens hebben dan een t-shirt met hier zo'n kraagdingen en dan als jongens Spelen, dan hebben jongens een zwarte short moeten aandoen met de logo van hockey op. En meisjes moeten dan rokjes aandoen, maar dan zit er wel zo'n broekje onder ofzo.
[00:17:36] Speaker C: Dus dat wil zeggen, als je gaat trainen, ga je ook die kleren moeten aandoen.
[00:17:50] Speaker F: Eigenlijk zijn dat wedstrijdkleren. Op training mag je, dat moet niet per se, maar je mag ook gewoon normale kleren aandoen. Maar als je normale kleren dan aandoet, dan moet je een rokje ofzo aandoen van hockey, of de t-shirt. Dan doe je bijvoorbeeld een t-shirt en een trui aan van thuis.
Maar dan doe je het hockeyrokje aan, of dan doe je bijvoorbeeld een soort ofzo aan, maar dan moet je wel die soort aan doen, van hockey.
[00:18:26] Speaker C: Ik heb nog een vraag. Hoe zijn jullie er eigenlijk bijgekomen om veldhockey te gaan doen?
[00:18:33] Speaker B: We gaan dat ieder van jullie apart vragen, Lana.
[00:18:37] Speaker E: Mama was... Wij waren eerst aan het dansen, maar wij gingen niet meer dansen, dus mama was aan het kijken om jobs te gaan doen. En toen zag...
Noah, denk ik, hockey. En Ella zong toen tennis. Tennis. En dus...
Dus had zijn mama... We gaan niet... Eén iemand gaat tennis doen en de andere gaat hockey doen. Dus had mama gekozen voor hockey. Toen gingen Noah en Ella hockeyen. Toen ging ik met mama en papa kijken hoe Ella dat deed.
En toen wilde ik ook gaan hockeyën. En toen zijn we eigenlijk op hockey gekomen.
[00:19:31] Speaker C: En dat had niks met de Olympische Spelen te maken van vier jaar geleden, toen de Belgische ploeg goud won met een zekere Alexander, dat jullie tv aan het kijken waren en dan zeiden van... Dit willen we ook doen. Nee.
[00:19:48] Speaker F: Ella? Nee.
[00:19:53] Speaker B: Hoe ben jij erbij gekomen?
[00:19:55] Speaker F: Omdat we deden eerst dansen, maar daarna wou ik paardrijden doen, maar dat mocht niet. Maar ik had een derde leerjaar of zo op sportdag eens hockey moeten doen als dinges.
Dus wou ik dat nog eens proberen, maar dan echt als hobby. Dus ben ik daarbij gekomen om dat te doen.
[00:20:25] Speaker B: En jij?
[00:20:27] Speaker D: Ja, ik deed dat omdat ik het op het eerste gezicht leuk vond om te doen.
[00:20:36] Speaker B: En om je energie kwijt te geraken ook een beetje?
[00:20:40] Speaker F: Nee. Nu.
[00:20:45] Speaker C: Jullie zelf hockey doen, hebben jullie een favoriete speler of speelster waar jullie naar opkijken?
Bij de grote mensen denk je van, ah ja, ik wil worden zo gelijk die.
[00:21:00] Speaker F: Dat maakt mij eigenlijk niet zoveel uit. Ik wil gewoon doen wat ik fijn vind en ik wil gewoon mezelf zijn bij hockey.
[00:21:11] Speaker B: Iemand anders een ander, ja?
[00:21:14] Speaker D: Ja, ik kijk niet echt naar iemand op. Ik deed gewoon hockey omdat ik dat leuk vond om te zien en ja.
[00:21:21] Speaker B: En omdat je jezelf wil blijven?
[00:21:23] Speaker F: Ja.
[00:21:23] Speaker B: Oké, goed.
Dat is misschien een moeilijke vraag, maar ik ga ze toch stellen. Zijn er bepaalde vaardigheden die je nodig hebt om een goede veldhockeyspeler te worden? Wat moet je kunnen om een goede veldhockeyspeler te zijn? Lana?
[00:21:46] Speaker E: Om te leren dat je niet de balkant van de stik pakt, maar de platte kant. En dan moet je ook nog kunnen passen en flatsen.
[00:21:57] Speaker B: Oei. Flatsen?
[00:21:59] Speaker E: Dat is gewoon met de stik heel hard naar verder gaan en de stik moet op de grond blijven. En dan moet je naar de bal heel hard toe gaan en dan gaat de bal naar degene toe naar wie je wilt.
[00:22:12] Speaker B: Oké.
[00:22:13] Speaker C: Dat is bijna zo gelijk golf.
[00:22:17] Speaker B: Ja, ik weet niet. Ik speel ook geen golf, hè.
[00:22:19] Speaker F: Ella?
Om hockey ook te kunnen doen, moet je ook snel zijn, want soms kan de bal hier zijn, maar dan kan de andere ploeg de bal hebben en dan kan... Als ze heel snel zijn, kunnen ze helemaal naar de goal gaan. En als je niet snel genoeg bent, kunnen ze een goal maken.
[00:22:45] Speaker B: Dus hockey is een heel snelle sport, wil je zeggen?
[00:22:49] Speaker F: Ja, je moet er ook goed fit voor zijn.
[00:22:52] Speaker B: Oké. Ben jij nog dat je zegt, Noah, van die kwaliteit moet je hebben of dat moet je zeker kunnen om een goede veldhockeyspeler te zijn? Buiten alles wat je zussen gezegd hebben.
[00:23:06] Speaker F: Geen idee.
[00:23:07] Speaker C: Ik denk dat ik er nog eentje heb. Je moet goed met je teamgenoten kunnen communiceren.
van... Of kijken van... Ik kan de bal naar die of naar die doorspelen. Klopt dat?
[00:23:23] Speaker F: Ja.
[00:23:24] Speaker C: En hebben jullie ook vrienden gemaakt in de hockeyclub?
[00:23:31] Speaker E: Ik heb een vriendin gemaakt en die noemt Anouk, maar die kan even niet meer gaan hockeyën, omdat ze is gevallen. Ik weet niet hoe. En dus is iets gebroken bij haar arm.
[00:23:47] Speaker B: Dat is minder leuk, hè. Ella?
[00:23:51] Speaker F: Op het begin van het seizoen was ik een beetje nerveus, want er waren heel veel kinderen die ik niet kende. Maar ik heb uiteindelijk wel een paar vriendinnen gemaakt, bijna heel de groep. Ik heb Lokke, Marie, Coco, Eleonore, Maudine, Nika, Lore, Liselotte en nog een paar.
[00:24:22] Speaker C: Maar die zenuwachtigheid had ook nog met iets anders te maken, niet?
[00:24:28] Speaker F: Ik denk het. Omdat... Omdat ik die mensen niet kende. Ik weet niet hoe ze zich over mij zouden voelen.
[00:24:39] Speaker C: Want jij speelde eigenlijk vorig seizoen in een ploeg van lagere leeftijd.
[00:24:48] Speaker F: Ja, maar er moesten drie kinderen naar de U14 gaan van de U12. En de rest mocht kiezen of die naar de U14 of U11 moesten gaan. Omdat U12 bestaat nu niet meer, maar ik ben niet naar de U11 gegaan.
Ik ga er dan maar een jaartje in zitten en dan ga ik al naar de U14 moeten. Dus dan ben ik gewoon wel te gek naar de U14 gegaan.
[00:25:19] Speaker C: Maar dat is dan ook een beetje moeilijker spelen?
[00:25:23] Speaker F: Ja, dat is een heel veld spelen. Maar er zit nu ook een vriendin van mij in de U11, waar ik heel vaak mee speel. Maar nu hebben we minder goed contact met elkaar.
[00:25:38] Speaker B: Een seizoen. Hoe lang loopt dat?
[00:25:42] Speaker D: Tot de zomervakantie.
[00:25:44] Speaker B: Oké, dus tien maanden.
[00:25:46] Speaker D: Ja.
[00:25:47] Speaker B: September tot en met juni. Oké. Er was juist een vraag die me binnenschoot, maar nu is ze weer weg. Ik weet het niet. Heb jij nog een vraag, Veerle?
[00:26:00] Speaker C: Een vraagje. Voordat jullie beginnen met een wedstrijd, hebben jullie dan een kreet die jullie roepen?
[00:26:07] Speaker F: Ja, ik wel. Ik heb dit, dat, Genk, stad, drie, zes, dubbel nul, hei, dubbel nul, hei.
[00:26:14] Speaker B: Dat moet je nog eens opnieuw zeggen, maar een beetje langzamer, want dat heb ik niet kunnen volgen.
[00:26:18] Speaker F: Dit, dat, Genk, stad, drie, zes, dubbel nul, hei.
[00:26:23] Speaker B: Oké, goed. Lana?
[00:26:26] Speaker E: Hockey, hockey, hockey, hockeyklump, Genk, hei.
[00:26:29] Speaker B: Oké, en de monkeys?
[00:26:32] Speaker F: We hebben geen kreet.
[00:26:34] Speaker B: Die beginnen gewoon?
[00:26:35] Speaker F: Ja.
[00:26:36] Speaker B: Oké, nu weet ik de vraag terug van daarstraks. Hoe ziet er een training uit van veldhockey, als jullie op training gaan?
[00:26:44] Speaker D: Als je in de U10 al zit, dan moet je al een half veld een paar keer lopen. In de U14 moet je al een heel veld, ik drie keer lopen.
[00:26:56] Speaker B: Je moet drie keer een heel veld rondlopen?
[00:26:57] Speaker D: Ja.
[00:26:58] Speaker B: Als opwarming?
[00:26:59] Speaker D: Ja.
[00:26:59] Speaker B: Oké. Lana?
[00:27:02] Speaker E: U 10, u 8 en u 9, die moeten twee halve velden doen, maar de meeste kinderen rennen gewoon heel de veld en dan zijn ze eigenlijk al sneller klaar.
[00:27:19] Speaker F: Bij mij...
[00:27:24] Speaker B: Maar als je gedaan hebt met lopen, want ik denk niet dat de training alleen lopen inhoudt.
[00:27:29] Speaker F: Nee, na dat lopen dan moeten wij bijvoorbeeld ook kniehoog, hielen tegen de poep, zijwaarts, salsa en nog van die dingen doen. En daarna moeten we gewoon trainen, met elkaar passen en de goal doen en gewoon wat de trainer kiest wat we voor gaan trainen.
[00:27:54] Speaker C: Zeg, salsa, dat is toch een dans?
[00:27:59] Speaker F: Ik denk het, maar ze noemen dat salsa, omdat... Dat is voet voor, voet naar links of rechts. Dan de andere voet terug voor en dan terug.
[00:28:12] Speaker C: Dat zijn dan eigenlijk trucjes als je een wedstrijd aan het spelen bent om je tegenstander op het fout te beenden.
[00:28:23] Speaker F: Nee, het is gewoon om op te warmen.
[00:28:27] Speaker B: En ik denk omdat, als ik de stappen hoor, dan is dat misschien gelijk de salsa danse. Dus als er luisteraars zijn die weten waarom dat salsa heet, dat ze het ons gewoon laten weten. Ik zie dat we bijna aan het half uur al zitten. Dus we zijn bijna rond.
Moeten zij ons nog ons liedje laten horen en alles? Zijn er nog dingen die jullie zeker willen vertellen over jullie sport, veldhockey? Ja, Noah?
[00:28:59] Speaker D: Ik heb iets anders. Ik heb in plaats van de salsa schaatsen, je doet je handen op de rug en doet gewoon heel traag één voet voor de ander.
[00:29:07] Speaker B: Oké, en heeft dat een bepaald doel? Of is dat gewoon om te oefenen?
[00:29:12] Speaker D: Om te oefenen, denk ik.
[00:29:13] Speaker B: Oké, dat gebruik je niet op het veld als je een wedstrijd hebt?
[00:29:16] Speaker D: Nee, want dat is veel te traag.
[00:29:18] Speaker B: Ah, oké, goed. Nog iemand, nog iets? Een laatste woordje?
[00:29:23] Speaker F: Bij de training, dan moeten we alles gewoon inhouden, alles gewoon onthouden, want van de training, wat we op de training doen, gaan we wel soms op het veld moeten doen, op wedstrijden.
[00:29:38] Speaker B: Lala?
[00:29:42] Speaker E: Ik heb op dinsdag keeperstraining en dan moet ik heel dat pakje aandoen en dan moet ik... Zo krijg ik ballen naar de goal en dan moet ik de ballen uit de goal doen.
[00:29:58] Speaker B: Oké, dat is heel intensief ook. Jij laat dus eigenlijk met ballen op jou schieten.
[00:30:05] Speaker E: Ja.
[00:30:05] Speaker B: Oké, dat probeer je niet tegen te houden.
[00:30:07] Speaker F: Ja.
[00:30:08] Speaker B: Wacht even, Veerle Eller.
Je bent het kwijt. Oké, niet erg.
[00:30:17] Speaker C: Ik heb misschien nog een oproep die de kinderen zelf zouden kunnen doen. Hebben jullie nog nieuwe hockeyspelers nodig? Kunnen jullie eventjes een oproep doen van... Ja, wij zoeken nog jongens en meisjes. Doe maar.
[00:30:36] Speaker D: O ja, ik moet nog iets zeggen. Vanaf de...
U twaalf of u elf, zoiets ongeveer. Splitsen meisjes en jongens.
[00:30:48] Speaker B: Ah, daarvoor spelen jullie samen?
[00:30:50] Speaker D: Ja.
[00:30:50] Speaker B: Oké, dan is het jongensploeg en meisjesploeg. Oké.
[00:30:56] Speaker F: Ella?
Dus, hockey is fijn.
Dus als jullie willen, kom dan gewoon en probeer het eens bij hockeyclub Genk.
[00:31:13] Speaker C: Ja.
[00:31:13] Speaker B: Oké. Lala?
[00:31:15] Speaker E: En als je zou komen, zeg... Dan gaan er een paar trainers jou uitleggen hoe je gaat hockeyen.
[00:31:28] Speaker B: Oké, dat is heel goed.
[00:31:30] Speaker C: En waar in Genk?
[00:31:35] Speaker B: Dat gaan we in de show-note zetten.
Mensen kunnen er nog niet op schrijven, dus we gaan dat gewoon in de show-note zetten. Als jullie de website tenminste hebben van de hockeyploeg, dan zetten we het adres van jullie hockeyploeg, zodat mensen die graag uit het Genkse zijn en willen komen meespelen, of kindjes of jongeren, dat ze dan kunnen een adres vinden.
[00:31:55] Speaker F: En als jullie komen?
Ze gaan echt lief tegen jullie zijn en als je de goal mist op de training zeggen ze ook gewoon goed gedaan, je hebt je best gedaan en zo van die dingen.
[00:32:11] Speaker B: Oké, dan gaan we hiermee afsluiten en ik vind dat dit wel zeker een applausje verdient.
Ja, dat was het interview, zal ik zeggen, met de drie kleinkinderen die toch wel bevlogen en heel duidelijk over hun sport gesproken hebben. Vooral, dan moeten we benadrukken, van hoe zij het beleven. Klopt, Sky. Niet dat dat altijd zo is voor iedereen, maar hoe zij het beleven. We hebben daar niet meer te veel aan toe te voegen. Alleen dat we gemerkt hebben dat er bij een van de drie een microbe begint te ontwikkelen, een podcastmicrobe. Dus ik denk dat onze luisteraars, die ons ondertussen toch al een beetje aan het volgen zijn, hebben we toch links en rechts gehoord, dat die misschien binnenkort als iemand anders ook terug gaan horen, een van de drie stemmetjes.
Dan rest er ons alleen nog maar afscheid te nemen van de luisteraars en ons lied op te zetten. Of heb jij nog een mededeling?
[00:33:16] Speaker C: Deze keer zeg ik au revoir.
[00:33:20] Speaker G: Noa slaat de bal zo snel als het ligt Met z'n stik in de hand is zij verplicht Ella rijdt het veld op, altijd klaar voor meer Met een glimlach en een swing zet ze keer op keer de sfeer Lana heen en toe met de bal Hij is de echte held in het spel, samen in het team. We spelen elke week met plezier en een lachveld. Hockeyers spelen van slag tot slag. Hockeyhero's, dat zijn wij. Mensen die er altijd blij. Op het veld schijnt de zon. Elke wedstrijd is een marathon. We rijden beschikken, gaan vooruit. Met Noah, Ella, Lara, we gaan vooruit.
Een goal voor Ella, Noah scoort snel. Lana houdt de bal, wat was dat een knal. Samen staan we snel.
Met de zon op ons gezicht blijven we doorgaan Van treden in de regen tot spelen op het kunstgras Veldhockey met vrienden oefenen we onze perfecte pas Hockeyhero's, dat zijn wij Met z'n drieën altijd blij Op het veld schijnt de zon Elke wedstrijd is een man Elke stap, elke slag, we zijn ooit moe. We lachen, we leren, we gaan er altijd naartoe. Samen winnen, samen verliezen, dat is ons verhaal. Op het veld, samen strijden, dat is ons ideaal.
Rocky Heroes, dat zijn wij. Met z'n drieën altijd blij. Op het veld schijnt de zon. Elke wedstrijd is een marathon. We redden, we schieten, we gaan vooruit. Met Noah, Ella en Lara, we gaan vooruit. Rocky Heroes in de zon. Kom speel mee, ga met ons in zee.